10 Matching Annotations
  1. Apr 2024
  2. Feb 2021
    1. What is the relationship between design, power, and social justice? “Design justice” is an approach to design that is led by marginalized communities and that aims explicitly to challenge, rather than reproduce, structural inequalities. It has emerged from a growing community of designers in various fields who work closely with social movements and community-based organizations around the world.

      Alles wat niet wordt gedisciplineerd en gestructureerd door natuurwetenschappelijke wetmatigheden hangt samen met de menselijke creativiteit en behoeften. Van de inrichting van steden tot de inrichting van de maatschappij hebben we te maken met het ontwerpactiviteiten. De relatie tussen die inrichting en het gedrag van gebruikers waarvoor die inrichting is bedoeld is een vrij complexe. Of zoals Churchill het eens (1943) verwoordde:

      “We shape our buildings, thereafter they shape us.”

      Niet veel later (1967) werd een vergelijkbare uitspraak (ten onrechte) toegeschreven aan McLuhan:

      "We shape our tools, and thereafter our tools shape us."

      Degene die deze uitspraak deed, John Culkin, illusteerde dit aan de hand van de intrede van de auto

      Once we have created a car, for example, our society evolves to make the car normal, and our behavior adapts to accommodate this new normal.

      De wederkerige invloed (performativiteit) van al hetgeen de mens creëert (uiteenlopend van gebouwen en apparaten tot 'simme steden' en algoritmes) is een belangrijk om te begrijpen dat een ontwerp meer is dan kenmerk dat het gebruik bevorderd. Ontwerpkenmerken hebben blijkbaar wederkerig effect op het menselijk gedrag. Ze zetten niet alleen aan tot gedrag dat is bedoeld en wordt getriggerd door de affordances van het ontwerp: unieke relatie tussen de kenmerken van een ‘ding’ in samenhang met een gebruiker die beïnvloedt hoe dat ding wordt gebruikt. Een relatie die verder gaat dan een eenzijdige perception-action coupling.

      Met betrekking tot sociale media kunnen we bijvoorbeeld spreken van 'transactional media effects':

      "... outcomes of media use also influence media use. Transactional media-effects models consider media use and media effects as parts of a reciprocal over-time influence process, in which the media effect is also the cause of its change (Früh & Schönbach, 1982)."

      Het gegeven dat ontwerpers vaak alleen de positieve ervaring van gebruikers voor ogen hebben is volgens Danah Abdulla niet constructief.

      "...optimism in design is not always constructive. In fact, it hinders the politicization of designers. If design is going to contribute to tools that can change the world positively, it must begin to embrace pessimism."

    1. Technologie kan ons helpen om de wereld op nieuwe manieren te bekijken. Het is daarom meer dan een hulpmiddel: het is de verbinding tussen de mens en de wereld om haar heen. “Technologie medieert tussen de mens en de wereld”, concludeert Verbeek.

      Technologie is een interface die, zoals McLuhan al aangaf, mogelijkheden biedt om de wereld anders te zien. Niet minder 'echt' of 'natuurgetrouw' overigens. We zijn al langer gewend om de werkelijkheid gemedieerd waar te nemen (zie Cooley) en kunnen al langer spreken van een symbolische samenleving (zie Elchardus).

  3. Jan 2019
    1. While there are other literacy related standards — from K-12 education to computer science to work-readiness to professional development — all have critical gaps that omit core web literacy skills.

      The question is whether web literacy skils should be seen and added as a separate skill, or should be seen and understood as a complementary skill, augmenting the different 21st C skills, like problem solving and collaborating. The latter is more plausible. Furthermore there is little evidence that web literacy skills should be distinguished from digital literacy (or media literacy). Dutch research found that factor analysis gave no support for a separate set of web literacy skills.

    2. Van Deursen heeft via factor-analyse vastgesteld dat er weinig aanleiding is om Internetvaardigheid als aparte vaardigheid te onderscheiden.

    1. he need to develop new competences.

      Vergelijk dit met de observaties van Zuboff als het gaat om nieuwe vaardigheden die het gevolg zijn van 'informating'

    2. Interpreting

      Hier ontbreken: producing, curating, valueing.

    3. Career-related competences

      These refer to competences in the use of digital technologies that are important productivity tools for particular business sectors. Examples include competences in using Learning Management Systems for teachers, computer-aided design (CAD) and computer-aided manufacturing (CAM) applications for architects, engineers and construction workers, health information systems for medical practitioners, and social media for marketing professionals. Career-related competences are included in two of the three enterprise frameworks, the ICDL and the Microsoft Digital Literacy Standard Curriculum

    4. Voordeel van het MIL-framework (van de UNESCO) is dat er een dimensie is toegevoegd specifiek voor de beroepscontext (career related competences). Dat is ook het onderscheid met het framework van de EU (het zgn. DIGCOMP-raamwerk), De redenen om die dimensie toe te voegen worden hier uiteengezet.

    1. TGG is een theorie die weloverwogen gedrag voorspelt, omdat gedrag kan worden gepland.

      Die planning wordt niet gestuurd door kennis maar vooral door overtuigingen (beliefs). Kennis leidt niet tot beter (verstandiger, adequater) gedrag (bron)

      "Als mensen beter of anders geïnformeerd worden, zullen ze hun werk beter of anders doen. Daar is geen bewijs voor." Dus 'being informed' is niet de opmaat naar 'informed decisions'. Toch heeft informatisering wel degelijk invloed gehad op hoe mensen hun werk doen (Cooper).