Syntoniciteit bij het leren
Hoofdidee
Sherry Turkle, die nadenkt over het werk van Seymour Papert, gebruikt het concept van 'syntoniciteit' om de diepe, persoonlijke verbinding te verklaren die individuen vormen met objecten en ideeën, wat cruciaal is voor zinvol leren en zelfontdekking. Papert was van mening dat wanneer mensen omgaan met leermateriaal op een manier die resoneert met hun innerlijke zelf en fysieke ervaring, ze meer betrokken en effectieve leerlingen worden.
Leg de details uit
Seymour Papert introduceerde de term 'syntoniciteit' om een diepgaand verband te beschrijven tussen een leerling en de objecten of processen waarmee ze interageren. Turkle belicht twee hoofdvormen van dit concept:
-
Egosyntoniciteit: Dit verwijst naar de psychologische identificatie die een persoon voelt met een object of activiteit. In de context van programmeren legde een 13-jarige het uit als 'een stukje van je verstand in het hoofd van de computer steken en je gaat jezelf anders zien'. Dit suggereert dat de computer tijdens het programmeren een verlengstuk wordt van de eigen gedachten en identiteit, wat leidt tot zelfreflectie en een veranderde perceptie van zichzelf. Papert heeft deze term bewust gebruikt om parallellen te trekken tussen berekening en psychoanalyse, wat duidt op de diepe, persoonlijke betrokkenheid die ermee gemoeid is .
-
Lichaamssyntoniciteit: Dit breidt het concept uit naar fysieke betrokkenheid. Papert moedigde kinderen aan om te leren programmeren door 'Turtle te spelen', wat betekent dat ze fysiek de opdrachten zouden uitvoeren die ze wilden dat de computergestuurde robot (de Turtle) zou uitvoeren. Hierdoor konden kinderen hun ideeën verbinden met de fysieke acties van de schildpad, waardoor een verbinding tussen lichaam en lichaam ontstond met iets dat uit hun eigen geest voortkwam . Het idee is dat fysieke interactie en belichaming van concepten het begrip en de emotionele verbinding met het leerproces vergroten.
Leren door liefde en verbinding
De filosofie van Papert benadrukte dat leren het meest effectief is wanneer het gaat om objecten waar mensen 'van houden' of waarmee ze zich sterk verbonden voelen. Leraren moeten ernaar streven dat hun leerlingen 'verliefd worden op hun studieobjecten', aangezien deze emotionele betrokkenheid de manier verandert waarop leerlingen zichzelf zien als leerlingen . Turkle illustreert dit met een anekdote over Papert die haar grootvader leert jongleren. Jongleren, een 'evocatief object', leerde niet alleen een nieuwe vaardigheid, maar bracht haar grootvader ook weer in contact met positieve herinneringen aan het werken met zijn handen, waardoor hij 'verliefd werd op zichzelf — als leerling' .
De kloof tussen denken en voelen overbruggen
Papert probeerde de traditionele kloof tussen cognitieve (denk) en affectieve (voelende) aspecten van leren te overbruggen. Hij pleitte voor 'luid denken', waarbij leerlingen hun gedachten en gevoelens tijdens het leerproces onder woorden brengen, vergelijkbaar met 'vrije associatie in de psychoanalyse' . Deze benadering erkent dat emoties, waaronder angst en ambivalentie, een integraal onderdeel zijn van leren en moeten worden uitgedrukt om te voorkomen dat ze het proces belemmeren. Door te focussen op objecten die passie aanwakkeren, zoals Paperts kinderliefde voor tandwielen die naar wiskunde leiden, wordt leren een holistische ervaring die intellect en emotie integreert en filosofie in het dagelijks leven brengt .
Woordenlijst met belangrijkste termen
- Logo: Een programmeertaal die is ontworpen voor educatief gebruik, met name voor kinderen, waarmee ze een 'Turtle' (een robotapparaat of cursor op het scherm) kunnen besturen om afbeeldingen te tekenen en wiskundige concepten te verkennen.
- Psychoanalyse: Een therapeutische methode ontwikkeld door Sigmund Freud die tot doel heeft psychische stoornissen te behandelen door de interactie van bewuste en onbewuste elementen in de geest van de patiënt te onderzoeken.
- Piagetiaans erfgoed: Verwijst naar de theorieën van Jean Piaget, een Zwitserse psycholoog die bekend staat om zijn werk over de ontwikkeling van kinderen, met name zijn theorie van cognitieve ontwikkeling, die de nadruk legt op stadia van intellectuele groei en leren door actieve betrokkenheid bij het milieu.